Knotwilgen an de Schooiersdiek

As’t wintert is ter ok wel wark
veur luu die het wilt zeen
en ’t döt oe goed a’j dan weer markt
’t handwark van lang geleên

De stompe stronk wordt weer ‘eknot
van oavertollige greui.
de motorzage haalt stamm’ vot,
maar met de hiepe sneui’j.

’t Geriefholt lig noe soort bie soort:
de posten veur langs ’t land,
die soms ok zelf weer knotwilg wordt
langs weie en waterkant’:

de lange recht’n wordt bonenstok;
de rieze: peulengaas:
as grote bessem zie’j ze ok:
Zo bi w’ zo’n boom de baas.

Tinus waardeerde de traditie van handwerk, zoals het knotten van bomen en benadrukt de schoonheid ervan. Het knotten van wilgen verbindt mensen met de natuur en draagt zo bij aan ecologische duurzaamheid, iets wat Tinus erg waardeerde. Het gedicht roept een gevoel op van gemeenschapszin en saamhorigheid.



Sla links af de Teugseweg op en ga vervolgens rechts de Ganzevlesweg in.
Na de bocht naar rechts en naar links kun je rechtsaf het fietspad op. Ga aan het einde naar links en vervolgens rechts het bruggetje over naar nummer 15.